Wat gaat er veranderen?

Nederland krijgt een vernieuwd pensioenstelsel. De nieuwe regels voor pensioen worden vastgelegd in de Wet toekomst pensioenen (Wtp). We lichten de belangrijkste veranderingen graag toe.

Pensioen met afspraken over inleg

De meeste werknemers in Nederland hebben een pensioenregeling waarbij afspraken zijn gemaakt over de hoogte van het opgebouwde pensioen. In het vernieuwde pensioenstelsel worden afspraken gemaakt over hoeveel geld u en uw werknemer inleggen voor het pensioen. Dit heet een premieregeling. De premies worden - net als nu - belegd. De hoogte van de pensioenuitkering hangt af van de ingelegde premies en het rendement daarop.

Kiezen uit 2 varianten

Het vernieuwde pensioenstelsel kent 2 varianten, oftewel 2 soorten premieregelingen. De ene regeling biedt meer keuzevrijheid, de andere regeling biedt meer mogelijkheden om risico’s met elkaar te delen. De sociale partners (werknemers- en werkgeversorganisaties in de branche: De Unie, CNV Vakmensen, FNV en BNA) kiezen de variant die zij het beste bij de deelnemers aan het pensioenfonds vinden passen.

Pensioen wordt beweeglijker

Als het goed gaat met de economie, dan kan het pensioen van uw werknemers straks sneller omhoog. Maar dit pensioen kan ook omlaag gaan als het economisch slechter gaat. Het pensioen wordt dus beweeglijker.

Een persoonlijk pensioenvermogen

Uw medewerkers krijgen in het vernieuwde pensioenstelsel meer inzicht in hoe het individuele pensioenvermogen ervoor staat. Zo kunnen zij zien wat de jaarlijkse inleg aan pensioenkapitaal heeft opgeleverd. Met dit kapitaal koopt uw medewerker bij pensionering pensioen in. Het pensioen wordt dus persoonlijker en transparanter.

Dit blijft hetzelfde

  1. De AOW van de overheid blijft. Ook als de nieuwe regels zijn ingevoerd.  
  2. U blijft een pensioenregeling aanbieden aan uw medewerkers.  
  3. Het pensioen blijft een levenslange uitkering.   
  4. Ook bij overlijden, blijft er een uitkering voor de nabestaanden van uw medewerker bestaan. 
  5. Ook blijven medewerkers pensioen opbouwen als ze arbeidsongeschikt raken.
  6. Sociale partners blijven samen afspraken maken over pensioenregelingen.